Jan-Willem Dockheer – AH to go

 

In de rubriek ShopperEstafette geeft een marketeer vanuit een formule, grossier of leverancier antwoord op vragen rondom het thema ‘de shopper in foodservice’. Elke kandidaat geeft het (estafette)stokje door aan een collega uit een andere schakel van de bedrijfskolom in foodservice. In deze editie: Jan-Willem Dockheer, general manager van AH to go in Zaandam.

Wie kent de winkels van AH to go op treinstations, luchthavens, campussen en tankstations niet? Het blauwe logo wijst de consument snel en duidelijk naar de vestigingen waarin alles draait om gemak, snelheid, kwaliteit en verse producten voor onderweg. “Good food to go” noemen ze dat bij Albert Heijn. Nederland telt inmiddels ruim 80 AH to go’s verspreid over het land waarvan de meeste zijn te vinden op NS-stations. In de winkels ziet de consument in één oogopslag wat er aan eet- enassorted fruits in plastic containers drinkwaren verkrijgbaar is die allemaal worden aangeboden in verpakkingen die het product perfect geschikt maken om onderweg te gebruiken. In de AH to go winkels draait het naast gemak om snelheid en daarom zijn wachtrijen voor de kassa hier onbekend. Drie of vier snelkassa’s die in elke vestiging aanwezig zijn, zorgen ervoor dat de consument met haast altijd direct kan afrekenen.

De AH to go-formule is de gemaksformule van het supermarktformat van Albert Heijn. En net zoals de supermarkten niet allemaal hetzelfde zijn in aanbod en presentatie, verschillen de AH to go’s ook op details van elkaar. Voor elke locatie wordt gekeken welk assortiment en welke invulling op die betreffende locatie het beste past, laat Dockheer weten. De general manager geeft aan dat er binnen de organisatie vaste procedures liggen als het gaat om het volgen van de laatste trends en het vaststellen van nieuwe vestigingspunten. Zo wordt er met een vast team altijd één keer per jaar overgestoken naar Londen om daar winkelformules van andere retailers te bekijken. Daar zitten sowieso altijd een aantal standaardlocaties bij. “Op die manier is goed te volgen wat de ontwikkelingen bij internationale formules en consumenten zijn”, zegt Dockheer. “Daarnaast wordt deze informatie intern gedeeld en samengebracht met die wij op andere plekken verzamelen. Soms interne gegevens, maar ook extern. Het is een combinatie van harde data en softsite. Uiteindelijk komen al die gegevens samen en volgt er, in het geval van een nieuwe vestiging, een winkelpropositie.”

person using black laptop computerDockheer vergelijkt het hele proces met een trechter. “De informatie komt echt overal vandaan. We kijken bijvoorbeeld ook naar Google. Wat zijn de meest voorkomende foodtermen waarop mensen zoeken? Daar leren we veel van. Maar ook het interdisciplinaire overleg met alle afdelingen voedt uiteindelijk de discussie en het keuzeproces. Ik ben zelf gefocust op de klant en of het past binnen de strategie, maar uiteindelijk moet alles op de juiste plek samenvallen: logistiek, het aanbod, maar ook de haalbaarheid van iets. Daarom is ook altijd finance bij het proces betrokken. We zien het wat dat betreft ook altijd als één grote puzzel waaraan we met z’n allen werken”, aldus Dockheer.

Retail en out-of-home trekken binnen Albert Heijn gezamenlijk met elkaar op, leren veel van elkaars ervaringen, maar hebben heel duidelijk ook hun eigen verantwoordelijkheid. “Het is ieder z’n ding, maar wel gevoed vanuit dezelfde trends en data”, aldus Dockheer. “Daarom ook hebben alle locaties toch een eigen invulling. De AH to go in de IJ-hal op Amsterdam Centraal is anders dan de locatie op de High Campus in Eindhoven en die is weer anders dan de locatie in het AMC ziekenhuis in Amsterdam of de acht locaties langs de snelwegen in Nederland die momenteel met BP worden getest.”