Nieuwe business modellen
De transitie van conventioneel naar betekenisvol ondernemer kun je vergelijken met een transitie van ‘oud denken’ naar ‘nieuw denken’. ‘Oude denkers’ kijken voornamelijk naar de financiële resultaten, terwijl ‘nieuwe denkers’ naast financiële resultaten ook een positieve impact hebben op milieu, mens en maatschappij. Vanuit dat nieuwe denken ontstaan ook nieuwe business modellen waarbij bedrijven niet alleen werken met een verdienmodel, maar ook met een verbetermodel. In onderstaand overzicht vind je diverse nieuwe business modellen. Per business model worden in dit artikel één of meerdere praktijkvoorbeelden beschreven.
- Blended business model – Non-profit organisaties, bedrijven en investeringen worden geëvalueerd op basis van hun vermogen om een mix van financiële, sociale en milieuwaarde te genereren.
- B1G1 – Buy one give one – Voor elk verkocht product gaat een soortgelijk product naar iemand die het minder goed heeft.
- PAAS – Product as a Service – Producten worden omgezet in diensten. Hierbij blijft de producent de eigenaar van het product en krijgt de klant toegang tot het product door het te verhuren of te leasen.
- Trash to Cash – Gebruikte producten worden ingezameld en omgevormd tot nieuwe producten. De inkoopkosten van het materiaal zijn meestal geschrapt, omdat het model gebaseerd is op geen of een lage inkoopprijs.
- Regenerative business model – Een vorm van ondernemen die een herstellende bijdrage aan de planeet levert door te verbinden en samen te werken met de natuur.
- Pay what you can – De klanten bepalen de prijzen van producten en diensten, gebaseerd op hoeveel zij het waard vinden. Het model is een variant op de gifteconomie en afhankelijk van wederkerigheid en vertrouwen om te slagen.
- Bottom of the Pyramid – Gebaseerd is op de economische ontwikkeling die zowel de wijdverspreide armoede belooft te verminderen als groei en winst oplevert voor multinationals.
- Coöperatieve business model – Er wordt niet alleen rekening gehouden met de economische gevolgen van activiteiten, maar ook met de sociale/culturele en milieugevolgen. Coöperaties helpen mensen producten en diensten te verkrijgen die zij zich anders niet zouden kunnen veroorloven.
- Desourcing – Een nieuw initiatief waarbij er gestopt wordt met elders produceren door lokale productie te initiëren.
Blended business model
Blended value stelt dat de ware maatstaaf voor elke organisatie ligt in het vermogen om holistisch te presteren op het gebied van financiële waarde, sociale waarde en milieuwaarde. Een bedrijf dat het blended business model in de praktijk hanteert is Vanhulley. Vanhulley heeft als doel om vrouwen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt (in het bijzonder vrouwen met een migratie-achtergrond) financieel en sociaal zelfstandiger te maken, waardoor zij voor hun gezin, de gemeenschap en zichzelf een rolmodel kunnen zijn. Daarnaast hergebruikt Vanhulley materialen, met name textiel, waarmee zij het overschot aan geproduceerd textiel vermindert.
Zo gebruikt bijvoorbeeld The Green House, een circulair restaurant in Utrecht, circulaire kleedjes voor op hemailto:https://www.thegreenhouserestaurant.nl/t terras. Deze zijn door Vanhulley gemaakt van oude, afgedankte fleecetruien van Albert Heijn.
B1G1 – Buy one give one
Binnen het B1G1 model gaat een deel van de winst naar de minderbedeelden in plaats van naar de aandeelhouders. Neem als voorbeeld TOMS: met elk paar schoenen die een klant koopt, wordt ook een paar schoenen aan een kind in nood geschonken. TOMS werkt samen met meer dan 90 ‘Shoe Giving’ partners in 70 landen in Azië, Midden en Zuid-Amerika, Verenigde Staten, Afrika en Oost-Europa. Daarnaast investeert TOMS 1/3 van de winst in (lokale) sociale initiatieven, waarmee ze willen bijdragen aan betere een gezondheid, toegang tot onderwijs en een een betere toekomst voor deze kids.
Ook het bedrijf SoapBox Soaps werkt volgens het “buy one give one” principe. Voor elk verkocht product geeft het bedrijf terug in de vorm van zeep, gezondheid en hygiëne-initiatieven in gemeenschappen over de hele wereld. Daarnaast worden SoapBox Soaps ethisch verantwoord gemaakt; ze gebruiken geen palmolie om de vernietiging van natuurlijke habitats in Zuidoost-Azië te verminderen.
Een leuk Nederlands voorbeeld is Let’s do Goods. Voor ieder paar superhippe sokken die worden ontworpen door dakloze kunstenaars wordt een paar sokken gedoneerd aan daklozen.
PAAS – Product as a service
Het PAAS model komt meestal in de vorm van een abonnement. Swapfiets is hier een bekend voorbeeld van. Het bedrijf is opgericht door een groep studenten en vrienden in Delft. Een vast bedrag per maand wordt betaald in ruil voor een altijd werkende fiets. Het bedrijf is erg aantrekkelijk vanwege de goede servicevoorwaarden. Wanneer je een nieuwe Swapfiets nodig hebt wordt deze afgeleverd waar je maar wilt en wanneer je maar wilt. Is de fiets kapot? Dan wordt deze binnen 24 uur gerepareerd. Gegevens van de eindgebruikers worden enorm goed bijgehouden om hun businessmodel te verbeteren.
Zo weten ze bijvoorbeeld welke onderdelen het vaakst stuk gaan. Hier worden dan oplossingen voor bedacht, zodat dit in de toekomst niet of minder snel gebeurt. Hierdoor wordt Swapfiets niet alleen duurzamer, maar kan de klant ook langer kan genieten van de fiets zonder problemen.
Een ander voorbeeld is Mud Jeans. Dit bedrijf is actief in één van de meest vervuilende industrieën, namelijk de mode-industrie. Voor de productie van één jeans wordt, naast alle benutte chemicaliën, ongeveer 7.000 liter water gebruikt! Om deze vervuiling tegen te gaan en het gangbaarder te maken om Mud Jeans te kopen, is er de mogelijkheid om jeans te leasen. Met dit systeem betaal je eerst een starttarief en daarna een maandelijks tarief. De geleaste broeken worden kosteloos gerepareerd en wanneer de Mud Jeans ‘uitgedragen’ zijn, worden ze gerecycled voor hergebruik. Het bedrijf is ook een toffe samenwerking aangegaan met Ikea. Ze hebben samen een spijkerbroekenbank van recycle spijkerbroeken gemaakt. Ikea recycled zo in één keer 16.000 spijkerbroeken. Als je twee oude spijkerbroeken inlevert bij Ikea, krijg je 10% korting op de hoes. En van al die ingeleverde spijkerbroeken, maakt MUD Jeans weer nieuwe spijkerbroeken.
Trash to cash
Trash to Cash resulteert in een win-win situatie voor zowel de leverancier als de fabrikant: voor de leverancier van afvalproducten worden de afvalverwijderingskosten verminderd en de bedrijven die het Trash to Cash bedrijfsmodel volgen, krijgen goedkope grondstoffen die later worden omgezet in producten. Plastic Bank bijvoorbeeld pakt het enorme plastic probleem aan in kustgemeenschappen in landen als Brazilië, Haïti, de Filipijnen, Indonesië en Egypte. Tegelijkertijd biedt het de inwoners van deze ontwikkelingslanden de kans om wat te verdienen. Het werkt volgens een systeem waarbij inwoners plastic verzamelen, inleveren bij een Plastic Bank en daarvoor een vergoeding ontvangen wat hen helpt te voorzien in basisbehoeften zoals collegegeld, boodschappen en gezondheidszorg. Een verzamelaar verdient zo in plaats van 60 dollarcent per dag ongeveer 6 dollar per dag. Het verzamelde plastic afval wordt verwerkt tot Social Plastic en kan opnieuw worden gebruikt in producten en verpakkingen.
Regenerative business model
De kern van het regenerative business model is een systemische benadering die het onderling verbonden ecosysteem van economische, sociale en milieufactoren omvat. Anders gezegd: een vorm van ondernemen die een herstellende bijdrage aan de planeet levert door te verbinden en samen te werken met de natuur. Regeneratieve modellen leggen de nadruk op waarde op lange termijn in plaats van winst op korte termijn.
Commonland zet zich in om natuur, bodem en landbouw in onleefbaar geworden gebieden te herstellen. Zij heeft als missie om aangetaste landschappen om te vormen tot bloeiende ecosystemen en gemeenschappen. Dit doen zij door het bijeenbrengen van boeren, ondernemers, burgers, natuurorganisaties, bestuurders en investeerders om er samen achter te komen op welke manier iedereen binnen een landschap kan profiteren.
Nog meer inspiratie? Kijk dan eens naar de film ‘The Biggest Little Farm’. Een aanstekelijk voorbeeld van regeneratieve landbouw.
Pay what you can
In de meeste gevallen wordt het “pay what you can” model gebruikt door bedrijven die geen vaste prijzen voor hun producten of diensten nodig hebben of daarvan afhankelijk zijn. Bij GEEF café in Amsterdam serveren ze maaltijden zonder dat er prijzen op het menu staan. Iedereen mag zelf bepalen wat ze ervoor willen of kunnen betalen. Het is ook mogelijk om vrijwilligerswerk te doen in ruil voor een maaltijd. Je betaalt dus gewoon wat je kan missen. Daarnaast gebruikt GEEF voor haar maaltijden zoveel mogelijke lokale, biologische en seizoensproducten.
Bottom of the pyramid
De term Bottom of the pyramid (BOP) verwijst naar het armste twee-derde deel van de economische menselijke piramide: een groep van meer dan vier miljard mensen die in armoede leven. Embrace Innovations is een bedrijf dat goed ontworpen babyproducten maakt om baby’s met ondergewicht in de “bottom of the pyramid” een betere kans op leven te geven. De Embrace Infant Warmer bijvoorbeeld geeft prematuren een hogere overlevingskans. De ontwikkeling daarvan wordt gefinancierd door personen uit de top of the pyramid.
Coöperatieve business model
Binnen dit model worden coöperaties niet gedreven door winstoogmerk, maar door de wil om in gemeenschappelijke behoeften te voorzien en eerlijkheid, gelijkheid en rechtvaardigheid op de markt te brengen. Deze principes vormen al sinds de oprichting de kern, waardoor coöperaties zich in de huidige nieuwe economie in de voorste linie bevinden. EnergievanOns wekt lokale groene stroom op door middel van zonneparken, zonnedaken en windmolens. De energie komt uit de directe omgeving komt door een samenwerking met honderden energiecoöperaties
Ook Ocean Spray werkt volgens het coöperatieve business model. Ocean Spray is eigendom van 700 boerenfamilies. Deze boerenfamilies zijn allemaal eigenaar van de landbouwbedrijven, wat betekent dat 100% van de winst van de producten die van hun fruit worden gemaakt, naar hen terugkeert. Ook herinvesteren ze hun eigen vermogen in de coöperatie om deze draaiende te houden en te versterken voor toekomstige generaties van boeren-eigenaren.
Desourcing
Kees Klomp deelde pasgeleden in een post op LinkedIn een nieuw business model: desourcing. Zijn visie is dat de betekeniseconomie draait om een zelfvoorzienende economie op regionaal en lokaal niveau. Door oplopende CO2-belastingen en andere vormen van ecologische compensatie wordt het simpelweg te duur om ver weg te produceren en hier te consumeren. Daarnaast wordt het door toenemende ecologische ontwrichting te onzeker om productieketens te hebben die ver weg zijn.
Vanuit die gedachte heeft Johan Jansen uit Zundert het initiatief genomen om thee in Nederland te gaan produceren. Hij is acht jaar bezig geweest om de Chinese oerplant te kruisen en veredelen en heeft uiteindelijk een nieuwe, winterharde theeplant gecreëerd. Nederland is hiermee een thee(producerend)land geworden.
Tot slot
De komen jaren zullen er nog veel meer betekenisvolle business modellen gaan ontstaan gezien de transitie waarin we ons bevinden. Hierbij is het als bestaand bedrijf essentieel om niet (alleen) in beperkingen, regels en ‘moetjes’ te denken, maar juist in kansen. En die zijn er genoeg in een wereld die zo verandert!