De relatie tussen de eiwittransitie en CO2-uitstoot
In april 2021 heeft het Europees Parlement besloten dat de Europese Unie in 2050 klimaatneutraal moet zijn. Om dat doel te bereiken, moet de uitstoot van broeikasgassen zoals CO2 in 2030 met 55% zijn afgenomen ten opzichte van 1990. Voedselproductie en hieraan gelieerde activiteiten is verantwoordelijk voor 30% van de wereldwijde CO2-uitstoot. Dat betekent dat ook wij als foodservicemarkt een negatieve impact hebben. Hoe kunnen wij als branche onze verantwoordelijkheid nemen en dit ombuigen naar een positieve impact? In onze optiek is kennis het vertrekpunt. Daarom willen wij je met dit artikel meer inzicht geven in de impact van het thema eiwittransitie op deze uitstoot.
In een dossier over eiwittransitie van de WUR staat dat eiwitten de bouwstenen van het leven op aarde vormen. Op dit moment wordt een aanzienlijk deel van de eiwitten geconsumeerd via dierlijke producten. Dergelijke voedingspatronen zijn echter niet langer houdbaar voor milieu, mens en maatschappij. Zo veroorzaakt voedselproductie meer dan 25% van de wereldwijde CO2-uitstoot en beslaat bijna 40% van het bebouwbare land. Daarnaast veroorzaken huidige voedingspatronen 5.100.000 meer sterfgevallen door chronische ziekten dan meer plantaardige voedingspatronen, die voldoen aan de voedingsrichtlijnen. Ook vraagt de wereldbevolking in 2050 om 30 – 50% meer eiwitten.
Eiwitten zijn voedingsstoffen die zowel dierlijk als plantaardig kunnen zijn. Dierlijke eiwitten zijn te vinden in vlees, vis, melk, kaas en eieren. Plantaardige eiwitten zitten in brood, graanproducten, peulvruchten en noten. Vlees is een bekende bron van eiwitten, maar erg milieuonvriendelijk. Het zorgt namelijk voor 40% van de uitstoot van broeikasgassen. Ter vergelijking: de productie van 100 gram rood vlees stoot 1,8 kilo broeikasgassen uit, terwijl dit voor 100 gram vleesvervanger slechts 0,25 kilo is.
Relatie tussen eiwittransitie en CO2-uitstoot
Dierlijke eiwitten zijn een grote veroorzaker van de opwarming van de aarde. Dit komt doordat bij het houden van vee voor de productie van vlees, zuivel en eieren de schadelijke gassen CO2, methaan en ammoniak vrijkomen.
CO2-uitstoot
Voor het houden van vee hebben boeren veel veevoer nodig. Veevoer bestaat voornamelijk uit soja, wat extreem schadelijk is voor het milieu. Om ruimte te maken voor de productie van soja worden namelijk grote delen van het tropische regenwoud in Zuid-Amerika gekapt. Bij deze ontbossing komt er veel CO2 vrij. Daarnaast heeft het tropisch regenwoud ook wel de bijnaam ‘de longen van de aarde’. Door deze bomen te kappen wordt er aanzienlijk minder CO2 uit de lucht gehaald. Het wereldwijde transport van veevoer zorgt bovendien ook voor veel CO2-uitstoot door de grote afstanden die worden afgelegd.
Methaan
Vleesproductie is een grote veroorzaker van methaanuitstoot. Methaan komt vrij bij herkauwers (koeien, geiten en schapen) tijdens de vertering van voedsel, omdat de dieren methaan uitademen en boeren. De grootste uitstoters van de herkauwers zijn de 1,5 miljard koeien op de wereld. Deze uitstoot gebeurt voornamelijk binnen de melkvee- en rundvee industrie. 75% Van de methaanuitstoot komt uit de veehouderij (waarvan 14,5% door koeien). Het resterende methaan komt uit het gebruik van fossiele brandstoffen en rottende voedselresten op vuilnisbelten.
Ammoniak
Ammoniak is geen broeikasgas, maar een verbinding tussen stikstof en waterstof. Dit komt vrij uit de mest en urine van dieren en de uitstoot hiervan zorgt voor een wankeling in het ecosysteem. Het gas komt namelijk vrij in de lucht (emissie) en komt door regenval (depositie) weer in de grond terecht. Ammoniak is zo schadelijk omdat het verzurend werkt, wat leidt tot de vernietiging van biodiversiteit en zuurstof uit water haalt waardoor vissen sterven.
Oplossingen
Door de transitie van dierlijke naar plantaardige eiwitten worden minder schadelijke gassen uitgestoten. Ook kan de productie van veevoer dalen, waardoor de ontbossing van het tropisch regenwoud stopt. Daarnaast wordt veel dierenleed bespaard als de overproductie van dieren afneemt. Een betere wereld begint nog steeds bij jezelf, dus als jij één dag per week minder vlees eet, wordt je milieu-impact al met 5 tot 10% verlaagd!
Recentelijk publiceerde Nature Food de resultaten van wetenschappers die onderzochten hoe het voedselsysteem verandert als er in de 54 hoge inkomenslanden vaker plantaardig wordt gegeten door vlees en zuivel te laten staan. Hierbij blijkt dat dit bijna twee-derde van de CO2 uitstoot in de landbouw scheelt. En áls de inwoners van rijke landen dat doen, komt er een landbouwareaal groter dan de gehele Europese Unie vrij. Als er niets gebeurt met het areaal dat vrijkomt, kan dat bijna 100 miljard ton aan CO2 opnemen. Dat is gelijk aan de emissie die de landbouw wereldwijd in veertien jaar uitstoot. Volgens de onderzoekers zorgt dit ervoor dat de 54 rijkste landen in een klap voldoen aan de voorwaarden voor het Parijsakkoord om m de opwarming onder 1,5 graad te houden.
Maar ervan uit gaan dat de gehele wereldbevolking (ineens) uit zichzelf stopt met het eten van vlees is helaas niet realistisch. Het circulair maken van de vleesindustrie is een andere route die ook kan worden gevolgd. Circulaire boeren die deelnemen aan de zogeheten kringlooplandbouw benutten reststromen tussen akkerbouw en veeteelt optimaal. Het vee wordt gevoed met de reststromen uit de akkerbouw en daarvoor in de plaats krijgt de akkerbouw mest voor het produceren van voedsel. Hierdoor worden zo min mogelijk plantaardige eiwitten die mensen kunnen voeden aan vee gegeven.
Naast de transitie van dierlijke naar plantaardige eiwitten zijn er voor de westerse wereld ook minder bekende alternatieven zoals het eten van insecten en aquatische eiwitten. Insecten zijn enorm rijk aan eiwitten en planten zich twee keer sneller voort dan zoogdieren. Daarnaast stoot 1 kg insecten maar 1% CO2 uit vergeleken met een kilo koeienvlees. Hoewel de meeste van ons niet gewend zijn aan het eten van insecten, zijn er wereldwijd toch 2 miljard mensen die dagelijks insecten in hun eetpatroon integreren. Aquatische eiwitten zijn zeewier, algen en eendenkroos.
Zeewier zijn de “bomen van het water”: het zuigt CO2 uit zeewater en ademt vervolgens zuurstof uit onder water. Er is weinig grond nodig en weinig CO2-uitstoot bij het groeien van dit product, waardoor het vele male milieuvriendelijker is in vergelijking met dierlijke eiwitten.
Om dit artikel met een positieve noot af te sluiten: in 2023 is de zogenaamde Peak-Meat voorspeld. Dit is het moment waarop de vleesconsumptie op z’n hoogtepunt is. Vanaf dat moment zal de consumptie dalen ten faveure van plantaardige vervangers, vlees op basis van micro-organismen (zoals algen) én kweekvlees uit laboratoria.
Klik hieronder op de afbeelding om de infographic in PDF te openen: